De Duitse regering heeft begin dit jaar haar eerste nationale voedingsstrategie gepubliceerd. In deze strategie is veel aandacht voor biologisch voedsel.
Nou loopt men in Duitsland altijd al voor wat betreft biologisch voedsel, maar men wil nog meer aandacht vestigen op humane gezondheid en de beschikbaarheid van gezond voedsel voor iedereen. Ieder mens moet gezond kunnen eten, ongeacht sociale aspecten zoals inkomensklasse en herkomst. Dit is belangrijk, want de ziektekosten worden als gevolg van ongezond eten in Duitsland op ongeveer 33 miljard euro per jaar geschat.
De overheid kiest nadrukkelijk voor biologische landbouw als duurzame vorm van voedselproductie en streeft ernaar om in 2030 minimaal 30 procent van de voedselproductie in Duitsland biologisch gecertificeerd te hebben.
Tevens heeft de overheid gekeken naar de afhankelijkheid van andere landen. Zo is er kwetsbaarheid in productgroepen als groenten (35%) en fruit (20%). In deze categorieën van voedselproductie is de zelfvoorziening van Duitsland te laag, en is men te afhankelijk van voedselproductie in het buitenland. Om boeren in Duitsland te ondersteunen om nieuwe gewassen te telen en zo te bouwen aan een bredere zelfvoorziening, zijn er verschillende programma’s om regionale ketens van met name plantaardige producten op te zetten. Er wordt ook gewerkt aan passend beroepsonderwijs. Bovendien streeft de overheid een volledige plicht op herkomstvermelding op producten na, ook als het gaat om verwerkte producten.
Ook in Italië heeft men steeds meer aandacht voor biologische productie. Steeds meer kleine wijngaarden stappen over op biologische landbouw, maar ook de grote producenten zien dat er iets moet gebeuren. In Italië is daarom het aantal biologische wijnmakerijen sinds 2015 met maar liefst 93 procent gegroeid! Inmiddels zijn biologische wijngaarden goed voor 22,6% van het totale nationale areaal. En dat is veel, want Italië is een van de grootste wijnproducenten.
En Nederland? Tja, die bungelt onderaan in de Europese Unie wat betreft biologische landbouwgrond. De biologische landbouw kan ons letterlijk ‘uit de shit’ helpen, omdat boerderijen dan minder mest produceren en nauwelijks tot geen landbouwgif gebruiken. Helaas zijn er vanuit de overheid nog weinig initiatieven die dit stimuleren.
In Oostenrijk is ruim 25% van de landbouwgrond biologisch, in Italië 16% en in Duitsland ruim 10%. In Nederland is het slechts 4,2%…
UPDATE 14 augustus 2024: In de eerste helft van 2024 zijn de verkopen van biologische levensmiddelen in Duitsland met 10 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar, zo laat het NIQ Handelspanel zien. Een speciale enquête van GfK toont aan dat 47 procent van de ondervraagden jongeren (tussen de 18 en 29 jaar) biologische producten associëren met hoogwaardige kwaliteit.
